Hij was 20 en op de snelweg onderuit gegaan. Met zijn motor en in gewone kleding. Ik kwam bij hem thuis voor de revalidatie en trof hem aan in het schuurtje, bezig de schade van zijn motor op te nemen: ongeveer evenveel als hij zelf. De krukken onder een stoel, de gereedschapskist onder handbereik.
Tijdens een van onze oefensessie vroeg ik hem of hij nu met motorrijden zou gaan stoppen. Nee hoor: hij had zijn les geleerd en dit ging niet nog eens gebeuren. Ik vroeg of hij dan wellicht over een goed leren motorpak ging denken, maar daar had hij even geen geld voor.
Nu heb ik zelf ook kinderen en weet hoe het werkt, dus ik raadde hem aan: praat daar eens over met je vader, misschien weet die een oplossing. Hij keek bedenkelijk.
Een week later vertelde hij dat hij met zijn vader naar een beurs was geweest en dat hij daar een prachtig leren pak had gekregen. Zijn gezicht betrok even toen hij toevoegde: een wit pak. Zijn vader had gezegd: wie betaalt, bepaalt, ik wil dat je goed zichtbaar bent.
Als u ooit een jongeman ziet op een snelle motor met een wit pak, dan weet u nu hoe dat zo gekomen is.