Bouw van de rug
De rug is opgebouwd uit losse wervels die een beetje ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Er zijn (meestal) 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels, 5 heiligbeenwervels en wat staartwervels. De heiligbeenwervels zijn aan elkaar gegroeid als een geheel en wordt het heiligbeen genoemd. De staartwervels vormen het “stuitje”.
De wervels worden op hun plek gehouden door veel kleine ligamenten. Die voorkomen dat ze teveel ten opzichte van elkaar bewegen. Deze ligamentjes zijn bij de een wat losser dan bij de ander. Daardoor is de een leniger dan de ander in de rug. Op hogere leeftijd gaan de ligamenten langzaam verbenen en wordt de rug stugger.
De wervels hebben aan de achterkant bogen. Doordat de wervels gestapeld zijn, vormen die bogen een lange holle buis waar het ruggenmerg doorheen loopt. Het ruggenmerg is de bundel van zenuwen die motorische signalen uit de hersenen naar beneden vervoert (opdrachten zoals: til de voet op) en sensorische signalen weer naar de hersenen (gevoel, pijn). Tussen elke twee wervels komt aan weerszijde een zenuw tevoorschijn uit het ruggenmerg vandaan. Ze lopen naar armen, romp en benen en zorgen voor beweging (motorisch) en gevoel (sensorisch). Elke zenuw heeft ongeveer een vast traject en een vast verzorgingsgebied. Als iemand met een klapvoet binnenkomt dat weet men dus dat dat kan komen door inklemming van zenuw L5.
Tussen elke 2 wervels zit een tussenwervelschijf, ofwel discus. Die discus is een belangrijke structuur bij het ontstaan van rugklachten.
Functie normale rug
De wervels geven ons stabiliteit en beweeglijkheid.
De rug heeft holtes (lordose, nek en onderrug) en een bolling (kyphose, middenrug, daar waar de ribben zitten). Deze vorm zorgt ervoor dat we schokken goed kunnen opvangen. Als een mens van een muurtje afspringt, dan vangen enkels, knieƫn, heupen en de rug de schok op bij het neerkomen. Kijk maar eens hoe een parachutespringer op de grond komt, doorveert en wegrolt, alles om schade te voorkomen. Als onze gewrichten stijver worden (als we ouder worden bijvoorbeeld) dan springen we niet meer van een muurtje af omdat de gewrichten die schok niet meer kunnen opvangen: je breekt dan wat. Eigenlijk weet je lichaam dat ook zonder het uit te proberen: een 80 jarige springt niet zo hard meer en dat is maar goed ook.
De vorm van de rug doet denken aan een springveer, de bochten kunnen bij een sprong inveren en weer terugveren als het goed is. De vorm van de hele rug heeft dus als voordeel dat hij makkelijk klappen op kan vangen. Maar elk voordeel heb zijn nadeel, om met Johan Cruijff te spreken: de vorm van de rug maakt ons kwetsbaar voor schade onder in de rug.
De discus (tussenwervelschijf)
Tussen de wervels zit de discus. De discus bestaat uit een bindweefselachtige ring, de annulus fibrosus, met daarbinnen de kern of nucleus pulposus, een gelatineuze massa. De bindweefselring, de annulus, zit vastgegroeid aan de wervels waar hij tussen zit. De discus kan dus niet in zijn geheel verschuiven.
De kern heeft de eigenschap om water op te nemen en dan op te zwellen. Omdat hij vast zit in de annulus werkt dit geheel als een goede schokdemper. Dus niet alleen de vorm van de hele rug, maar ook elke discus heeft een schokdempende functie.
Als we ouder worden, dan wordt de kwaliteit van de bindweefselring slechter en de kern verliest zijn vermogen om water op te nemen. Dat is degeneratie. Mede daardoor worden we wat kleiner als we ouder worden. Op zich hoeft dat geen klachten te geven. 75% van de 50-plussers heeft minstens een ingezakte tussenwervelschijf, de meesten hebben geen klachten. Het vinden van een ingezakte tussenwervelschijf op een foto hoeft dus niet de klachten te verklaren!